top of page

Presse

I

Brussel Deze Week, article from 

zaterdag 8 juni 2013, 08u39

Karel Van der Auwera © Brussel Deze Week

B ettina Küsel is een kind van Oost-Berlijn, Oost-Duitsland. "Ik ben daar opgegroeid in de jaren 1960 en 1970. In de stad, maar ook op het platteland, bij mijn grootouders. Veel wisten we niet van wat er zich in de buitenwereld afspeelde. Ik wilde vertrekken, vertrekken, vertrekken... Maar er was het IJzeren Gordijn, er was de Muur. Zelfs in onze meest boude verbeelding konden we ons niet inbeelden dat die ooit zou vallen. Werken tot de pensioengerechtigde leeftijd en dan pas een paspoort krijgen om te kunnen reizen: dat zou mijn lot zijn. Althans, dat dacht ik. Voelde ik me onderdrukt? Wie jong is, voelt zich steeds onderdrukt."

"Na de middelbare school wist ik niet goed wat gedaan. Violiste worden leek me wel wat – ik speelde al van mijn vijfde viool – in de journalistiek gaan sprak me eveneens aan. Mijn ouders zeiden echter: "Toch geen muziek, kind, daar kan je de kost niet mee verdienen! En met de journalistiek werd het ook al niets. Uiteindelijk heb ik dan maar gekozen voor economische geschiedenis."

Wat Küsel ook steeds is blijven doen, is tekenen en schilderen. "Toen ik 18 was, heb ik zelfs een wedstrijd gewonnen op het Albertinum en heb ik kunnen exposeren. Maar ik zag geen weg om verder te gaan, had geen zin om goedgekeurde kunst te maken als kunstenaar van de staat. Dus ben ik een andere weg ingeslagen. Ik heb in die periode samen met geestesgenoten dingen ineengeknutseld, underground. Kleine tentoonstellingen, rockconcerten met bekende artiesten. Het was spannend, leuk, want verboden. Ja, je bent jong, je smijt je erin zonder stil te staan bij de mogelijke gevolgen."

Goldrush En dan kwam er die bewuste 9 november 1989. De val van de Muur. "Daar zaten we dan met het herenigde Duitsland. Iets wat velen van ons eigenlijk niet wilden. Betoogd hadden we voor meer democratie. Voor een ander regime, niet om één te worden met onze 'broeders' aan de andere kant van de Muur. Het was niet zo dat alles slecht was in Oost-Duitsland, er waren ook veel goede zaken. We mochten wel niet doen wat we wilden, alles was erg streng en strikt gereglementeerd, maar anderzijds: werkloosheid was er niet, iedereen had een inkomen."

"Na mijn doctoraat ben ik prof geworden aan de unief. Slecht zat ik daar niet, we waren met maar liefst 50 proffen voor 2.000 studenten. Na de val van de Muur is dat allemaal veranderd, waren we nog maar met vier profs voor 2.000 studenten. Veel mensen zijn in die periode vertrokken om eindelijk hun zin te kunnen doen. Er waren ook veel artiesten, die ophielden met artiest te zijn omdat ze geen reden meer hadden om het te zijn. Omdat hetgeen waartegen ze gevochten hadden, verdwenen was. Zo ken ik muzikanten die na de val journalist zijn geworden. Van een underground was geen sprake meer, omdat er geen reden meer was om underground te zijn. Alles kon ineens, alles mocht ineens."

"Nog een nieuw fenomeen: het Oosten dat plots werd overspoeld door gelukszoekers, opportunisten. Het was een beetje als in de tijd van de goldrush in de Far West. Veel mensen die geen job vonden in het Westen, veelal omdat ze middelmaat waren, kwamen naar het Oosten om daar hun geluk te beproeven. Het Oosten waar ze moeiteloos de posten van de 'oude garde' inpakten. Niet omdat ze zo goed waren, maar omdat met het verleden gebroken moest worden. Het gaf aanleiding tot veel onrecht. Het was alsof de Oost-Duitsers een stempel op het voorhoofd kregen gedrukt, net zoals Arabieren en Noord-Afrikanen het zo dikwijls moeten ondervinden. Wij waren luieriken, wij waren nietsnutten. Opportunisme was troef. Het was een samenleving van twee klassen geworden en ik had er geen zin in om daar doorlopend mee geconfronteerd te worden. Dus ben ik naar Parijs vertrokken, waar de man op wie ik verliefd was, woonde en werkte. Ik heb daar een jaar met een beurs gestudeerd — economische research — en ben daarna beginnen te werken, een goedbetaalde job."

"Mijn ouders leven nog steeds in Duitsland, ja. Voor hen was de aanpassing moeilijk. Mijn vader, die op zijn zestiende was beginnen te werken, kon weliswaar aanblijven als politieman, maar moest wel opnieuw van nul zijn pensioen opbouwen. De jaren die hij daarvoor had gewerkt, kwamen niet in aanmerking omdat hij toen ambtenaar was van een vijandelijke staat, Oost-Duitsland. Alweer dat onrecht. Mijn moeder, die les gaf aan gehandicapten, is daar gelukkig bespaard van gebleven."

Met open armen ontvangen De kunstenares in Küsel is pas opgestaan in Luxemburg en helemaal opgebloeid in de States, in Philadelphia. "In de States zijn we terechtgekomen omdat mijn man, die steeds in human resources management heeft gewerkt, daar een mooie aanbieding had gekregen. Daarna heb ik ontdekt dat ik van wat ik het liefste deed, ook mijn beroep kon maken. Temeer omdat je daar als artiest kan terugvallen op een sterk syndicaal systeem, in tegenstelling tot hier. Exposeren was dan ook een fluitje van een cent en, heel belangrijk, de mensen tasten daar sneller in de geldbeugel om kunst te kopen dan hier. In Luxemburg was ik niet gelukkig met mijn job. Ik ben toen heel intensief op mijn techniek beginnen te werken en na twee jaar heb ik een expo kunnen houden. Een reeks tekeningen over de symbolen die men in het dagelijks leven tegenkomt. Met succes, zelfs RTL is komen filmen."

Philadelphia en vervolgens Brussel. "We zaten goed in de Verenigde Staten, tot de ouders van mijn man zwaar ziek geworden zijn. Dus zijn we naar Europa teruggekeerd. Naar Brussel. Voor onze dochters van 14 en 16 is dat steeds opnieuw verhuizen niet gemakkelijk geweest, maar tegelijkertijd was het verrijkend. Veel aanpassingsmoeilijkheden hebben ze hier niet gekend, neen: Brussel is door zijn diversiteit een makkelijke plek om te integreren. Ze zijn ook zowel het Engels, het Duits als het Frans machtig, wat het allemaal nog makkelijker maakte."

"Ikzelf werd als artiest al snel met open armen ontvangen, het verliep veel vlotter dan ik had gehoopt. Dat is ook een van de grote charmes van Brussel, het gevoel dat er heel veel mogelijk is, dat er heel veel deuren kunnen opengaan."

De deur die dezer dagen openstaat, is die van galerie Vertigo Art in de Hoogstraat. Die toont een kleine eigenzinnige selectie van Küsels werk rond identiteit. Figuratief, maar ook abstract. "Matthias, de galeriehouder die ik al lang ken, heeft de werken bij mij thuis gekozen, waar ze in de kelder en de garage stonden. Werken die hem roerden, omdat zij dichter stonden bij wie ik ben, bij mijn identiteit, dan de andere professionele werken  die ik hem had getoond. Ikzelf was niet echt overtuigd van de kwaliteit, vond ze niet echt afgewerkt, te bizar. Maar ik heb Matthias gelijk moeten geven. Het zijn soms de werken die niet perfect en niet afgewerkt zijn, die het meest beklijven. Als kunstenaar ben je dat eigenlijk ook, steeds onafgewerkt. Voor mij is kunst maken een dagelijkse zoektocht. Het is tevens mijn manier van communiceren, anders zou ik schrijver geworden zijn."   Bettina Küsel, nog tot 30 juni zaterdag en zondag van 11 tot 18 uur, Vertigo Art, Hoogstraat 271, 1.000 Brussel www.vertigoart.be www.bettinakusel.wix.com/300

 

©2013  bettina kusel

bottom of page